Op 6 juli 2022 heeft het UM team de voorlopige resultaten besproken (best) practices voor differentiatie in het beroepsonderwijs tijdens de onderwijsresearchdagen (ORD) 2022 in Hasselt.
Boukje Compen, Jolanda van Golde, Daniëlle Verstegen, Jeroen van Merriënboer & Diana Dolmans
Inleiding
De schoolsluitingen tijdens de COVID-19 pandemie hebben gezorgd voor grotere verschillen tussen studenten (Haelermans et al., 2021). Differentiatie – een wijdverspreide benadering om met verschillen tussen studenten in een klas of groep om te gaan – kan worden gebruikt om groeiende ongelijkheid aan te pakken (Tomlinson et al., 2003). Keuning et al. (2021) identificeerden in het basisonderwijs vijf principes waaraan moet worden voldaan om effectief te kunnen differentiëren: doelgericht werken, constant monitoren, uitdagen, instructie en verwerking afstemmen, en stimuleren van zelfregulatie. Het belang van deze principes werd bevestigd in het voortgezet onderwijs. Echter, onderzoek naar differentiatie in het beroepsonderwijs is vooralsnog schaars. Dit terwijl recentelijk is gebleken dat MBO-docenten het belang van differentiatie inzien, maar dat “de uitvoering vaak te weinig doordacht is en met onvoldoende resultaat” (Inspectie van het Onderwijs, 2021, p.2). Echter vragen de specifieke kenmerken van het beroepsonderwijs (bijv. de focus op competentieontwikkeling) mogelijk om een andere toepassing van differentiatie dan in andere onderwijscontexten. De doelstelling van dit onderzoek is om te onderzoeken of de differentiatieprincipes toepasbaar zijn in het beroepsonderwijs en op welke manier daar in deze context invulling aan wordt – of kan worden – gegeven. Met andere woorden streven we ernaar de (best) practices op het gebied van differentiatie in het beroepsonderwijs te inventariseren.
Onderzoeksvragen
- In hoeverre gelden de differentiatieprincipes geïdentificeerd in andere onderwijscontexten ook in het beroepsonderwijs?
- Wat zijn de (best) practices op het gebied van differentiatie in het beroepsonderwijs?
Methodologie
We hebben focusgroepen uitgevoerd in drie regio’s met verschillende onderwijssystemen: Limburg (Nederland), Limburg (Vlaanderen) en Luik (Wallonië). Er werden focusgroepen georganiseerd per onderwijsniveau (MBO vs. HBO in Nederland en voortgezet vs. hoger onderwijs in de Belgische regio’s). Om inzichten vanuit theoretische en praktische perspectieven te combineren namen er onderwijskundigen met expertise op het gebied van differentiatie in het beroepsonderwijs deel, en docenten uit de doelgroep (docenten in beroepsopleidingen gerelateerd aan gezondheidszorg en de groene sector).
Om de invulling van de principes – de (best) practices – op het gebied van differentiatie te achterhalen werden er vijf hypothetische vignetten besproken waarin situaties werden geschetst die docenten in het beroepsonderwijs mogelijk tegenkomen in het omgaan met verschillen tussen studenten. Iedere vignette was gebaseerd op één van de vijf differentiatieprincipes omschreven door Keuning et al., (2021) en werden in samenwerking met docenten uit de doelgroep opgesteld. Deze bottom-up approach ervoor zorgde dat de vignetten aansloten bij de context van het beroepsonderwijs.
Resultaten
Voorlopige resultaten bevestigen dat docenten in het beroepsonderwijs te maken hebben met grote verschillen in studentkenmerken binnen klassen of groepen (o.a. op het gebied van vooropleiding, socio-economische status, thuissituatie en taalbeheersing). Daarnaast blijkt dat de combinatie van theorievakken en praktijkvakken verschillende consequenties met zich meebrengt die ervoor zorgen dat effectief differentiëren als een grote uitdaging wordt beschouwd.
De respondenten gaven aan dat zij zich konden vinden in de relevantie van de verschillende differentiatieprincipes en deelden op welke wijze zij deze momenteel implementeren in hun onderwijspraktijk (in het geval van de docenten) of op welke wijze deze volgens hun expertise zouden kunnen worden geïmplementeerd in de onderwijspraktijk (in het geval van de onderwijskundigen). Benadrukt werd dat het in het beroepsonderwijs van essentieel belang is dat docenten hun studenten coachen en motiveren, dat ze met hun studenten samenwerken, en dat ze de behoeften en talenten van hun studenten herkennen en hierop in kunnen spelen – zonder dat hierbij de nadruk enkel ligt op uiteindelijke prestaties.
Conclusies en discussie
De differentiatieprincipes die werden geïdentificeerd in andere onderwijscontexten houden stand in het beroepsonderwijs, maar de manier waarop hier invulling aan wordt gegeven blijkt sterk afhankelijk te zijn van de onderwijscontext. Deze inzichten zijn – net als de (best) practices die in dit onderzoek naar voren kwamen – van belang in de ontwikkeling van professionaliseringsinitiatieven rondom differentiatie in het beroepsonderwijs.
Voor meer informatie over de voorlopige resultaten, kunt u de bijgevoegde slides raadplegen. De uiteindelijke resultaten zullen worden gepubliceerd in een wetenschappelijk artikel.
Referenties
Haelermans, C., Jacobs, M., van Vugt, L., Aarts, B., Abbink, H., Smeets, C., … & van Wetten, S. (2021). A full year COVID-19 crisis with interrupted learning and two school closures: The effects on learning growth and inequality in primary education
Inspectie van het Onderwijs. (2021). Themaonderzoek differentiëren in MBO. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Keuning, T., van Geel, M., & Smienk-Otten, C. (2021). Differentiëren in 5, 4, 3… Pica.
Tomlinson, C. A., Brighton, C., Hertberg, H., Callahan, C. M., Moon, T. R., Brimijoin, K., Conover, L. A., & Reynolds, T. (2003). Differentiating instruction in response to student readiness, interest, and learning profile in academically diverse classrooms: A review of literature. Journal for the Education of the Gifted, 27(2/3), 119-145.